Vrij Nederland Interview

Onaangeraakte Natuur bestaat Niet

koert-van-mensvoort_vrij-nederland-interview-682x682

Mens, natuur en technologie zijn geen tegenstellingen, zegt filosoof, technoloog, kunstenaar en ontwerper Koert van Mensvoort, maar vormen een hybride geheel. Tijd voor De 21ste-eeuwse Next Nature Natuurbeweging. ‘Een poging biosfeer en technosfeer meer in balans te brengen.’

Annemiek Leclaire, 10 Oktober 2015

Aan het eind van een lang gesprek op een regenachtige ochtend zegt Koert van Mensvoort: ‘Ik zet voor mezelf altijd heel duidelijk de droom en de nachtmerrie naast elkaar.’

(Stilte.)

Wat is de droom?
‘Laten we beginnen met de nachtmerrie. De nachtmerrie is dat de technologie parasiteert op de mens. En dat zie je al gebeuren. Parasieten bestaan, maar er bestaan ook symbioses. En dan kom je op mijn droom…’

Graag eerst meer over die nachtmerrie.
‘We raken onbewust verstrikt in technologische systemen. Concreet voorbeeld: de farmaceutische industrie. We krijgen levensreddende medicijnen, dat is prachtig. Het wordt anders als zo’n industrie niet meer tot doel heeft de mens te dienen, maar vanuit eigen winstbejag en eigen behoefte aan groei, aandoeningen bedenkt om pillen te verkopen. ADHD bijvoorbeeld. Ik zeg niet dat kinderen met ADHD geen medicatie nodig hebben, punt is dat als kinderen de hele dag naar een scherm zitten te staren, hun energiehuishouding niet meer aansluit op de omgeving. De technologie maakt ze eerst tot muizen in een dierenwinkel die geen kant op kunnen, en dan krijgen ze er nog een pil achteraan om rustig te blijven, dat lijkt me niet de goede relatie met technologie. Als je dat soort scenario’s doorzet, is de mens op een gegeven moment ook niet meer de dominante soort op aarde. Dat kun je je nu al afvragen, of dat nog zo is. Ik kijk heel serieus naar multinationale coöperaties als nieuwe diersoorten: ze proberen ook te overleven, ze proberen zich te voeden, ze proberen te groeien, ze eten elkaar op, soms gaat er eentje dood. En dan zie je dat wij mensen daarvan in de periferie raken, van zo’n nieuwe soort, en dan snap je ook waarom we global warming maar niet op kunnen lossen, want grote bedrijven ademen geen frisse lucht, die vinden het niet erg als de zeespiegel iets omhoog gaat. Die ménsen in die bedrijven wel, maar zo’n CEO van zo’n bedrijf is ook maar een radertje; als hij niet doet wat de aandelenhandelaren vragen, is-ie weg. Daar verliezen we controle. Die krachten zijn heel moeilijk te temmen. We hebben technologie ingezet om ons op te tillen uit de natuur, maar als je naar het horrorscenario kijkt, dan kom je in de situatie dat die technologie het vervolgens van je overneemt. Tachtig procent van alle aandelenhandel vindt via computers plaats, ook dat is al een eigen ecologie geworden.

Goed, nu hebben we misschien lang genoeg gesproken over hoe het niet moet. Ik ben op zich heel optimistisch, en ik word steeds optimistischer.’

De nieuwe natuur

Koert van Mensvoort (1974) is filosoof, technoloog, kunstenaar, ontwerper. Hij studeerde af in computerwetenschappen, deed filosofie aan de Universiteit Utrecht, rondde de masteropleiding van de Rietveld Academie af (Sandberg Instituut) en promoveerde daarna op psychofysische kwaliteiten van computerinterfaces. Hij is fellow ‘Next Nature’ aan de TU Eindhoven en zit in het bestuur van de Akademie van Kunsten aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij doet aan triatlons. ‘Een homo universalis die krachtige innovaties tot stand brengt,’ zegt prof. Berry Eggen, hoogleraar Industrial Design aan de TU Eindhoven. ‘Een Leonardo da Vinci van deze tijd.’

Het was in 2004, een ochtend in mei, dat Van Mensvoort zich realiseerde dat hij zijn begrip van natuur en technologie helemaal moest omdraaien. Hij woonde in de Bijlmer destijds, om hem heen werden de flats gesloopt – hij zag de behangetjes nog op de muren, maar de gevels niet meer – en tegen het decor van die onttakelde wijk, dat onttakelde modernisme, kwam ineens het inzicht dat alles wat natuur was, nu eigenlijk design en technologie is, ‘want het is allemaal aangelegd en bedacht, de bananen in de supermarkt zijn gekweekt, het bos is aangeharkt, heel Nederland is gemaakt. Tegelijkertijd is die technologische wereld zo’n wild en onvoorspelbaar fenomeen aan het worden; dát moesten we als de nieuwe natuur gaan zien.’

‘De mens co-evolueert met de natuur. Met onze technologieën transformeren we natuur naar een volgende natuur, een Next Nature.’

Het inzicht kwam niet als donderslag bij heldere hemel, Van Mensvoort was al bezig met een nieuwe manier van kijken, was al bezig met de impact van media, met de impact van technologie, voelde al dat er iets niet klopte aan ons idee van natuur, maar het besef die ochtend voelde als een ontdekking. Voelde als een fysieke ruimte die hij millimeter voor millimeter kon gaan verkennen. Toen hij die middag naar de supermarkt liep, had de wereld al een andere uitstraling gekregen, een andere kleur. De ordening van de dingen was veranderd. Hij herinnert zich dat hij tijdens het afrekenen dacht: ‘Hoe zou ik dit inzicht aan deze kassajuffrouw kunnen uitleggen?’

Niet naakt

Dit was de geboorte van de Next Nature-gedachte: mens, natuur en technologie zijn geen tegenstellingen, maar vormen een hybride geheel. Van Mensvoort legt dat idee op de lezingen die hij wereldwijd geeft uit aan de hand van het bekende plaatje van de evolutie van aap tot mens. Wat klopt er niet aan dit plaatje van de evolutie? vraagt hij zijn publiek dan. Om zelf te antwoorden: dat de laatste mens naakt is. Hij is juist zo ver in de evolutie gekomen omdat hij niet naakt was, omdat hij kleding had die hem beschermde en warm hield. Die kleding ziet Van Mensvoort als technologie, als een instrument om zich als het ware van de natuur te emanciperen. Een paar jaar geleden had hij een bacteriële infectie door een schaafwondje, arm dik, dan loop je even naar de dokter, daarna even naar de apotheek: opgelost. Als er geen technologie was geweest, had hij geen arm meer gehad, of het niet overleefd. De mens co-evolueert met de natuur. Met onze technologieën transformeren we natuur naar een volgende natuur, een Next Nature.

‘Wij zijn dankzij die co-evolutie met technologie opgeklommen van onbelangrijke soort midden in de voedselketen tot een enorme dominante soort op aarde,’ zegt hij in zijn werkkamer vlakbij de Amsterdamse Amstel. ‘Maar hoewel we al leven met technologie sinds we mens zijn, hoewel we een duizenden jaren oude relatie met technologie hebben, zien we niet hoe die doordringt in ons leven en ons vormt. De meest succesvolle technologie wordt onzichtbaar, die wordt niet meer als technologie herkend. Kijk naar het alfabet, dat is een oeroude informatietechnologie; kijk naar landbouw, ooit een revolutie voor de mensheid; neem kleding, neem de indeling van tijd. De klok is al een voorbeeld van een dwingender technologie, die dicteert ons, hier gaat de technologie niet alleen ons dienen, maar wij ook de technologie, wij als soort worden hier getemd door de technologie van de tijd.

We moeten ons goed afvragen welke technologie we toestaan op dit onzichtbare niveau. Maar we vragen ons niets af. We gaan slaapwandelend die technologische toekomst in. We hobbelen van gadget naar gadget, we hebben helemaal geen kaders voor onszelf om te zeggen: dit wel en dat niet. Iedereen doet maar wat.’

Design fiction

In 2005 begon Van Mensvoort het Next Nature Network, een non-profit organisatie die door middel van artistieke en wetenschappelijke experimenten de discussie over die technologische toekomst wilde aangaan. Een van de grote projecten was de Nano-supermarkt, een omgebouwde SRV-wagen waarmee Van Mensvoort het land rondreed, gevuld met speculatieve producten die we de komende tien jaar in de winkel zouden kunnen tegenkomen. Nanotechnologie houdt zich bezig met het manipuleren van structuren op moleculair en atomair niveau. De rijdende tentoonstelling toonde programmeerbare wijn, interactieve muurverf, een gebitsimplantaat dat twittert wat hij waarneemt, een pen waarmee je door aanraking gezichtsdelen kunt ‘liften’ (de nanolift); 75.000 bezoekers werden aan het denken gezet over de wenselijkheid van mogelijke toekomstscenario’s.

Een ander bekend project is Het Kweekvlees Kookboek, winnaar van een Dutch Design Award in 2014. Het is een verkenning van 45 kweekvleesgerechten die mogelijk in de toekomst op ons bord belanden, ontwikkeld door een team van koks, ontwerpers en kunstenaars. Het wordt, schreef Van Mensvoort in het voorwoord, immers onhoudbaar om vlees te blijven produceren en consumeren zoals we dat nu doen. Dit was vast een verkenning van de invloed van nieuwe technologie op onze eetcultuur.

‘Wat proef ik nu?’ vroeg de verslaggever van de NOS die op een tentoonstelling over het boek aan een ijsje likte. ‘Dit zijn de stamcellen van een ijsbeer,’ antwoordde Van Mensvoort. Hij noemt dit soort ontwerpen ‘design fiction’, of ‘design for debate’. ‘Ik ben filosoof, maar ik ben ook ontwerper en technoloog en ik probeer die filosofieën in ontwerpen te materialiseren, zodat het meer gaat leven. Ik denk dat hoe wij de wereld zien, enorm bepalend is voor wat we vervolgens gaan doen.’

Engelenzang

Na tien jaar is het tijd voor de volgende stap, Van Mensvoort, ambassadeur van de komende Dutch Design Week in Eindhoven, lanceert daar op 22 oktober ‘De 21ste-eeuwse Next Nature Natuurbeweging’, die een broer moet worden van natuurorganisaties als Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds. De VPRO zendt de lancering die avond live uit.

Een tijd geleden realiseerde Van Mensvoort zich dat de grote natuurclubs eigenlijk een heel conservatief en statisch natuurbegrip uitdragen. ‘We zitten zeker in het Westen met een bambi-achtig natuurbegrip: natuur is mooi en leuk en harmonieus, en ook een beetje zielig en wij moeten haar redden. Ik begrijp wel hoe dat tot stand komt, via media, films, reclames, producten die zichzelf met beelden van natuur verkopen, allemaal positieve vibes en dan ga je op een gegeven moment zo’n beeld van natuur krijgen, gevoed door een diep verlangen “terug naar de natuur” te gaan. Dat concept klopt niet. Er bestaat niet zoiets als “onaangeraakte natuur”. Mensen hebben er altijd al hun stempel op gedrukt. Natuurmonumenten is bezig met landschapsonderhoud, het Wereld Natuur Fonds is bezig met exotische dieren in verre landen die moeten worden gered. Greenpeace is bezig met niet boren in de Arctic; iedereen heeft zijn eigen plekje in dat spectrum, maar niemand stelt de vraag: hoe kunnen we een wereld krijgen die leefbaar is voor mensen temidden van een heel nieuwe categorie technologische soorten? Dat gaan wij nu doen.’

Met de beweging willen Van Mensvoort en zijn collega’s van het Next Nature Network de slag gaan maken van een prikkelend kunstenaarsproject naar een bredere maatschappelijke organisatie waar mensen zich aan kunnen verbinden. De beweging wordt een ledenclub, denktank, een netwerk en een onderzoeksinstituut ineen. Een raamwerk voor wetenschappers, kunstenaars en ontwerpers die relevante projecten kunnen gaan opzetten. Partners zijn onder meer de 3D-foodprinter Chloé Rutzerveld en fashiontech ontwerper Pauline van Dongen.

Het belangrijkste doel van de beweging is het natuurbegrip verrijken. ‘We leven in de achteruitkijkspiegel,’ zegt Van Mensvoort. ‘We hebben ideeën en kaders van het verleden die we toepassen op een toekomst die volstrekt anders is. We moeten fundamenteel anders gaan kijken.’

Een paar dingen staan er al op het programma. Van Mensvoort ontwikkelde samen met kunstenaar Floris Kaayk een applicatie voor android telefoons die draadloze netwerken in de omgeving omzet in engelengezang: Wi-Fi angels. ‘Zo’n netwerk is een heel uitgebreid, onzichtbaar landschap, met onzichtbare stralingen. Door er zang aan te verbinden, maak je dat landschap zintuigelijk.’ Van Mensvoort fietste onlangs met de app op een landweg, en hoorde bij nadering van iedere boerderij engelen ‘opzingen’. ‘Dit project is poëtisch, anekdotisch,’ vertelt hij telefonisch, op de terugweg van een ochtend zwemmen in de Vinkeveense Plassen. ‘Het is een poging de biosfeer en de technosfeer iets meer in balans te brengen.’

Eco-munt

Speerpunt van de organisatie wordt de lancering van een eco-munt, een geldeenheid die ecologische waarde moet gaan uitdrukken. Mensen die goed doen voor de planeet belonen met ‘echt geld’. Zo zou een Braziliaanse boer eco’s kunnen verdienen met het planten van bomen in plaats van ze af te branden voor de sojabouw, en een Antilliaanse onderzoeker zou de munten kunnen krijgen voor onderzoek naar de biodiversiteit van het koraalrif. Van Mensvoort: ‘We moeten gewoon die waarden gaan articuleren. Daar gaan we een munt voor in het leven roepen die kan bestaan naast de dollar en de euro.’

Dat is een gigantisch project!
‘Dat is een gigantisch project ja. No way dat ik dat alleen kan doen. Je wilt eigenlijk dat het internationaal monetair fonds gewoon zegt: “Let’s do it! We voeren hem in!” Maar ja, zo zal het niet gaan. Het moet eerst gaan leven in de hoofden van mensen. Als iedereen op een gegeven moment snapt: ja natuurlijk hebben wij zo’n munt nodig, waarom is die er nog niet?!, dan komt hij er.’

‘We hebben ideeën en kaders van het verleden die we toepassen op een toekomst die volstrekt anders is. We moeten fundamenteel anders gaan kijken.’

Voorlopig is minister-president Mike Eman van Aruba enthousiast. Van Mensvoort introduceerde het concept van de munt onlangs tijdens een TedX-lezing op het Antilliaanse eiland en overlegde na afloop met Eman over de lokale invoering ervan. ‘Dingen hoeven niet per se snel te gaan, als ze maar de goede kant opgaan,’ zegt Van Mensvoort via skype. De Leonardo da Vinci van onze tijd zit met een oranje zonnebril in zijn haar op een Arubaans zandstrand, achter hem het blauw van de Caraïbische Zee. De adrenaline van de geslaagde TedX-show heeft hem zijn nachtrust gekost, maar hij gaat zo zwemmen, dan komt hij weer tot zichzelf.

‘De droom is een munt die waarde geeft aan wat zichzelf geen waarde kan toebedelen,’ zegt hij. ‘Hoe kom je bij je droom? Door de droom al te gaan leven. Het beste is om al helemaal te leven alsof de droom al waar is.’

De droomstaat

Met de piramide van technologie probeert Van Mensvoort in boeken en lezingen te laten zien hoe techniek natuur wordt. Hij leent hiervoor de piramide van Maslow, een model voor de hiërarchie van menselijke behoeften, waarin aan iedere lagere behoefte moet zijn voldaan om naar een hogere trede te bewegen. In de piramide van technologie staat op de laagste trede de verbeelding, de droom, het idee, het visioen. ‘Daarmee begint alle technologie,’ vertelde hij tijdens een TedX-lezing in Gent in 2014. ‘De kwantumcomputer staat bijvoorbeeld nu op die trede; misschien maakt-ie op een dag deel uit van ons leven, misschien niet. De tijdmachine staat daar ook nog steeds; wel bedacht, maar nog niet operationeel gemaakt.’ Wijzend op de trede: ‘Dit is het domein van de dromers, de dichters, de sciencefictionschrijvers. Hij wordt onderschat door de meer praktische mensen, maar het is de geboortekamer van alle nieuwe technologie.’

Het is deze visionaire staat die Van Mensvoort in zijn eigen leven het meest koestert. De dromen geboren uit persoonlijke sensibiliteit. ‘De droomstaat, van waaruit je sprongen kunt nemen in de verbeelding. Ik denk dat ik dat heb geleerd als kunstenaar, om sprongen te durven nemen. Meer als kunstenaar dan als ontwerper of ingenieur.’

Hoe ziet die droomstaat eruit, wil ik weten, wat gebeurt er dan? Van Mensvoort vindt dit lastig te rationaliseren, noemt het ‘een basis in zichzelf, voorbij het ego, voorbij de nitty gritty, naar iets heel persoonlijks, en dan gaat er een ruimte open die heel universeel is, want tussen het diep-persoonlijke en het universele zit een soort ondergrondse tunnel.’

Het klinkt als een ruimte waar hij naartoe moet zwemmen, en dat blijkt ook letterlijk zo te zijn. ‘Als hij wil nadenken, gaat-ie urenlang zwemmen,’ zei zijn echtgenote Mieke Gerritzen. ‘We hebben een huisje aan de Vinkeveense Plassen en dan zwemt hij al die eilanden rond.’

Waarom gebruikt een computerwetenschapper vage termen als ‘basis in zichzelf’, wil ik weten. Er ontvouwt zich een e-mailcorrespondentie van tien dagen. Zo stuur ik hem een passage uit een VN-artikel van Robbert Dijkgraaf over Gerard ’t Hooft en Martinus Veltman. Daarin schrijft Dijkgraaf: ‘De Nobelprijs die Veltman en ’t Hooft in 1999 voor dit werk kregen, is dubbel zo mooi omdat hun werk laat zien dat een uitzonderlijke prestatie de combinatie van diepe intuïtie én technische brille vereist.’ Wat betekent hier ‘intuïtie’?

‘Ik denk dat het heel eenvoudig is,’ mailt Van Mensvoort ten slotte vanaf het vliegveld in Aruba. ‘Er gebeurt veel meer in je hersenen dan dat je bewust meemaakt. Denk bijvoorbeeld aan je ademhaling of je hartslag, die wordt door je hersenen gereguleerd zonder dat je je ervan bewust bent. Wat nou als je dat stuk van je hersenen ook kunt gebruiken om te denken? Dan wordt het opeens allemaal veel gelaagder, rijker en interessanter. Ik denk dat we dat allemaal wel kennen, maar dat het niet iedereen lukt om de intuïtie in het bewuste te trekken en het daar te rationaliseren (wetenschap) of te materialiseren (kunst).’

Optische illusie

We zitten die regenachtige ochtend een spelletje te doen op de computer. Het heet power cursor. Het pijltje van de muis wordt op het scherm meegenomen door de draaiende wieken van een molentje, valt in een kuil, bestijgt een heuvel. Dat denk je tenminste; het is het promotieonderzoek uit 2009 van Van Mensvoort voor de TU Eindhoven. Van Mensvoort roept via het computerscherm door optische illusies een ervaring van tast op. De ogen brengen de hersens op een dwaalspoor. Hij noemt het de afronding van een jeugdwerk, een fascinatie sinds zijn kindertijd: is dat wat wij zien echt?

Heeft u altijd goed dat verschil kunnen zien, tussen echt en onecht?
‘Ik ben van de lijn dat wat echt is, dat wij dat construeren.’

‘Hoe kom je bij je droom? Door de droom al te gaan leven. Het beste is om al helemaal te leven alsof de droom al waar is.’

Bracht dat u nooit in de war?
‘Persoonlijk?’ Stilte. Lacht zachtjes.

‘Ik heb vaak het gevoel dat als je dingen wat anders ziet dan anderen, je het risico loopt in de war te raken. Je hebt eerst een fase dat je even verward bent, maar daarna worden dingen helder.’

U heeft altijd goed onderscheid kunnen maken tussen feit en fictie?
Hij leunt naar achter. De spieren onder het smetteloze overhemd spannen zich. (Wie strijkt die overhemden zo kreukvrij? Hij zelf?) ‘Een feit… Daar heb je bepaalde methoden voor, om te meten of een feit een feit is. Meten is weten.’

U bent wetenschapper genoeg om de gevaren van het kunstenaarschap te ondervangen?
‘Nou, dat vind ik heel mooi uitgedrukt!’ roept hij opgetogen. Maar met zoveel luchtig gemak dat je achteraf het gevoel hebt in de maling genomen te zijn. ‘Work hard and be nice to people,’ staat er op een ingelijste poster naast de ingang van zijn kantoor.

Hartslag

Hij is wel een beetje ongrijpbaar, had kunstenaar Floris Kaayk gezegd. En om dat te bewijzen had hij daaraan toegevoegd: ‘Hij luistert altijd maar naar één muziekstuk.’

Nu ontvouwt zich met Van Mensvoort een dagenlang gesprek over de 9de symfonie van Beethoven, die hij heeft gecomponeerd nádat hij volledig doof was geworden. Van Mensvoort luistert er iedere dag naar. Hij gebruikt het als behang, als tijdsmeting (‘éénmaal de 9de gefocust werken’) en soms gaat hij heel geconcentreerd en geëmotioneerd luisteren. ‘Als ik maar één uitvoering zou mogen hebben op een onbewoond eiland, zou ik die van Furtwängler kiezen uit 1953. Heel traag, niet voor ieder moment, ouderwets maar ook heel sensibel. Hij vliegt steeds bijna uit de bocht maar blijft toch overeind. De opening, in de eerste paar seconden, daar ontstaat de wereld; met maar een paar noten komt er iets heel diffuus op in de mist en dat heeft na dertig seconden zijn vorm gevonden.’

‘Ik heb ervoor gekozen om 24 uur per dag op een zeer specifieke manier naar de wereld te kijken, een manier waarvan ik denk dat het de toekomst is.’

Hij kan de 9de overal in horen, of het nu de wind is, een hartslag, autoverkeer of iemand die tegen hem schreeuwt.

Later zegt hij telefonisch: ‘Ik heb ervoor gekozen om 24 uur per dag, zeven dagen in de week op een zeer specifieke manier naar de wereld te kijken, een manier waarvan ik denk dat het de toekomst is. Ik ben super breed in alle media die ik gebruik en in de disciplines die ik inwandel, maar zeer gefocust, monomaan zo je wilt, in mijn visie. Dat is dan ook mijn vaardigheid en specialiteit geworden, net zoals een concertpianist of een timmerman een vaardigheid heeft. De concentratie op dit ene stuk geeft focus, het voorkomt dat ik verstrooid alle kanten op ga wapperen.’

Nu de droom.
‘Het droomscenario is dat wij met al die technologie een symbiose vormen. Dat we technologie gebruiken om onze menselijkheid te vergroten. Om onze zwaktes te ondersteunen, onze zintuigen te verrijken, onze krachten uit te vergroten. Zichzelf reparerende nanobloedcellen, landbouwrobots, gekweekte gewassen voor onvruchtbare grond; juist in de technologie liggen de oplossingen voor de problemen in de wereld. Niet in “teruggaan naar een oude staat”, zoals de slow-beweging voorstaat.’

We moeten, zei Van Mensvoort op de TedX-lezing in Gent in 2014, veel meer aandacht besteden aan onze dromen. Hij had gewezen naar de onderste laag van de technologiepiramide op de PowerPointpresentatie. ‘We hebben nu een te beperkte definitie van wat technologie ons kan bieden. We geven te snel toe aan halve mogelijkheden; we dromen van telepathie, maar berusten in een smartphone met een lege batterij. Vijftig procent van het publiek hier droomt ervan te vliegen als een vogel, maar we leggen ons neer bij overvolle vliegvelden. Als we onze technologieën bewust van onder naar boven door die piramide meenemen, zou het zoveel beter gaan, dan zouden we de dromen die we hebben echt verwerkelijken, dan is technologie niet een vreemde, onnatuurlijke kracht, maar de gevierde materialisatie in de wereld van ons menselijk denken en verbeelding. Als we die technologieën bewust naar de top duwen, weten we waar we heengaan, en dat is niet terug, maar vooruit naar de natuur.’